![]() |
Informatie over bronchiolitis | ![]() |
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP), OD Volksgezondheid en surveillance - Infectieziekten in de algemene populatie |
in samenwerking met |
de Vlaamse Gemeenschap van België - Toezicht Volksgezondheid, Infectieziekten en Vaccinatie |
bijwerking : juli 2009 |
|
1.
Waarom een folder over bronchiolitis?
|
|
Met behulp van deze folder wensen wij de ouders van jonge kinderen over bronchiolitis te informeren en een reeks preventieve maatregelen voor te stellen om de aandoening te voorkomen. Het W.I.V. (Afdeling Epidemiologie) centraliseert de surveillance van infectieuze aandoeningen via een netwerk van peillaboratoria, waaronder RSV-infectie. De helft van de laboratoria voor microbiologie in ons land zijn bij het netwerk aangesloten. Gemiddeld diagnosticeert het netwerk meer dan 4000 RSV-gevallen per jaar. |
|
|
|
Bronchiolitis is
een acute virale infectie van de onderste luchtwegen, ter hoogte van de
bronchioli (fijne vertakkingen van de bronchi). De incubatieperiode duurt 3 tot 5 dagen, het virus ontwikkelt zich in het epithelium tussen neus- en keelholte en verspreidt zich in de luchtwegen. Het kind geneest meestal binnen de 5 à 10 dagen na het begin van de infectie, ook al blijft het soms nog 2 à 3 weken hoesten. |
|
|
|
De ziekte begint
meestal met een lopende neus, droge hoest en een beetje koorts. Er kunnen
ook andere symptomen optreden, zoals een verminderde eetlust, bleekheid,
rusteloosheid en zelfs cyanose (blauwe verkleuring) van handen en voeten. De volgende dagen zal de hoest toenemen en productief worden. Door de opstapeling van secreties in de bronchi kunnen ook ademhalingsmoeilijkheden optreden. Een piepende ademhaling is kenmerkend voor bronchiolitis bij zuigelingen. In de week volgend op de infectie zullen de symptomen beetje bij beetje verdwijnen maar het kind kan nog enkele weken blijven hoesten. Bij de eerste RSV-infectie vertoont 25 tot 40% van de kinderen symptomen van bronchiolitis; 0,5 tot 2% van deze gevallen heeft te kampen met een ernstige vorm van de infectie waardoor opname nodig is. In geval van herinfectie zijn de symptomen meestal minder ernstig. Net zoals alle andere virale infecties, kan het RSV het immuunsysteem verzwakken en de ontwikkeling bevorderen van een virale of bacteriële herinfectie die gepaard gaat met hoge koorts. |
|
4.
Hoe wordt bronchiolitis gediagnosticeerd?
|
|
De diagnose is voornamelijk
klinisch. Het virus kan worden opgespoord in een staal van lavagevloeistof
uit de neus- en keelholte. De analyse wordt door het ziekenfonds terugbetaald. |
|
|
|
Het virus wordt overgedragen via de luchtwegen, bij rechtstreeks contact met een besmette persoon of bij onrechtstreeks contact met een besmet oppervlak of voorwerp. Het dringt in het lichaam binnen via de slijmvliezen van de neus of de mond. De overdracht gebeurt voornamelijk in het prille begin van de infectie. Het virus weerstaat enkele uren aan de omgevingstemperatuur. |
|
|
|
In 2008 zijn in alle arrondissementen van het land geval-len van bronchiolitis vastgesteld (Figuur 1). |
![]() |
Figuur 1 : Indeling
van de incidentie van RSV-infecties per arrondissement (Aantal gevallen/100.000
inw.; 2008) Bron : Netwerk van peillaboratoria (W.I.V.) |
|
|
|
De meeste infecties
worden vastgesteld bij kinderen jonger dan 2 jaar en in het bijzonder
bij kinderen jonger dan 1 jaar (Figuur 2).
Uit de literatuur blijkt dat ook bij volwassenen, vooral oudere personen, gevallen van bronchiolitis worden vastgesteld. |
![]() |
Figuur 2 : Leeftijdsverdeling
van patiënten met een RSV-infectie (2008) Bron : Netwerk van de peillaboratoria (W.I.V.) |
|
|
|
In België beginnen RSV-infecties in het algemeen vanaf week 40 en dus begin oktober. Zij eindigen heel vaak in week 15 en dus eind maart. Het grootste aantal gevallen wordt doorgaans in week 50 en dus half december vastgesteld. In 2008 begon de toename 2 weken vroeger dan voorheen (week 38). Het hoogste aantal gevallen is eveneens 2 weken eerder vastgesteld, namelijk in week 48. Deze verschuiving werd ook in Frankrijk waargenomen (www.eiss.org). Daarbuiten worden geen epidemies vastgesteld (Figuur 3). |
![]() |
Figuur 3 : Wekelijkse
verdeling van RSV-infecties (1996 - 2008) |
|
|
|
|
|
10.
Preventieve maatregelen in de epidemische periode
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mevr. G. Ducoffre, tel. : 02/642.57.77 Referenties en nuttige adressen : (1) BS 26/11/2002 The RSV Info Center Réseau Proteus Deze brochure is verkrijgbaar op het volgend adres : WIV-ISP, OD Volksgezondheid en surveillance - Infectieziekten in de algemene populatie J. Wytsmanstraat, 14 - 1050 - Brussel Mevr. G. Ducoffre, tel. : 02/642.57.77 |
|